Woke is ultiem kapitalistisch

11 juli 2024

10 minuten leestijd

Na het succes van de Barbie-film, presenteerde speelgoedbedrijf Mattel de ‘Weird Barbie’. In de film is ‘Weird Barbie’ een Barbiepop waarmee iemand “te hard heeft gespeeld”. Ze past daarom niet meer binnen het utopische roze landschap van Barbiewereld. Een afgedankt individu dat teruggetrokken leeft, verborgen in de zelfkant van de samenleving.

Weird Barbie belichaamt de versmelting van kapitalisme en cultuurmarxisme: ze bewijst dat ‘woke’ en neoliberalisme zijn gefuseerd. Een karakter dat de rafelranden van de wegwerp maatschappij belichaamt en de schaduwzijde van het kapitalistisch productieproces belicht, wordt nu zélf een kapitalistisch consumptieartikel.

De term woke zou aanduiden dat iemand zich bewust is van sociale en politieke kwesties, zoals ongelijkheid en onrechtvaardigheid, en zich actief engageert om deze ongelijkheid te bestrijden. Het probleem is dat dit engagement geen eindpunt heeft. Woke wil in elke interactie sociale onrechtvaardigheid ontdekken. Deze obsessieve, wantrouwende en moreel verontwaardigde houding heeft tot gevolg dat iedere (vermeende) ongelijkheid gevoelens van verongelijktheid aanwakkert. Al worden we in absolute zin meer gelijk gemaakt, dan nóg nemen afgunst en onverdraagzaamheid toe omdat de kleine verschillen worden uitvergroot om het activisme te voeden. Bij een nadere analyse van deze ideologie, blijkt net als bij Weird Barbie dat woke een marketingstrategie is, die juist aanwakkert wat het claimt te bestrijden.

Dunne identiteit

De paradox is dat ‘woke’ pretendeert tegenstand te bieden aan de ongelijkheid die wordt veroorzaakt door de kapitalistische productiewijze, maar tegelijk de ultieme belichaming en voortzetting is van deze productiewijze. Want nu het individu is losgetrokken uit alle hechtende banden (het economisch gilde is ontbonden, vandaag volgen de kerk en het vaderland – zelfs het familieverband betekent steeds minder) worden nieuwe identiteiten aangedragen en gecommercialiseerd om deze leegte te vullen. De maatschappelijke betrokkenheid wordt uit de gemeenschap weggezogen en overgeheveld naar identitaire consumptieproducten. Een mens met een ‘dunne’ identiteit hunkert naar consumeerbare symbolen om een eigen identiteit mee uit te drukken.

De impact van woke is catastrofaal op het niveau van de individuele identiteit. Woke zet namelijk aan tot identificatie met outsiders als een ‘way out’ ten aanzien van persoonlijke tekortkomingen en maatschappelijk falen. In plaats van te onderzoeken wat je kunt verbeteren op een persoonlijk niveau, worden mensen verleid om te verzinken in: “Ik kom niet aan de bak omdat ik een andere huidskleur heb, een andere seksuele geaardheid heb” – vul het verder maar in. Woke conditioneert mensen om de wereld door de lens van minderheidskenmerken te ervaren: daarmee wordt iedere tegenslag in het leven een bewijs van discriminatie. Die slachtofferidentiteit wordt vervolgens aangemoedigd in subculturen die sterk worden vermarket.

Een ander voorbeeld zijn de ‘digitale nomades’. Dikwijls profileren zij zich als progressieve kosmopolieten die de wereld ontdekken en de corporate bureaucratieën in de Westerse wereld ontvluchten. Vaak belanden zij in landen waar het leven aanzienlijk goedkoper is, wat weer nieuwe vormen van economische afhankelijkheid schept. In Zuid-Afrika zitten er veel wereldburgers en globetrotters in goed beveiligde laptopcafé’s. Ondanks alle progressieve voornemens verwezenlijkt dit nieuwe vormen van segregatie.

Ook transseksualiteit is een voorbeeld. Iemand zou kunnen denken dat geslachtsveranderingen een uitweg bieden aan burgerlijke normstellende kaders, die zouden bepalen wat ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ zijn. De praktijk is echter dat transseksualiteit het lichaam als een winstobject onderwerpt aan de medische en farmaceutische industrie. Die industrie heeft er een financieel belang bij om verwarring en onzekerheid te zaaien over aangeboren geslachtelijke identiteiten. Hiernaast speelt het fenomeen ‘drag queens’, wat een commercialisering is van vrouwelijkheid. Die tonnen aan glitters, make-up en dramatische outfits zijn een hypercommerciële overdrijving van de vrouwelijke identiteit.

Dit laatste voorbeeld maakt duidelijk dat ‘woke’ niet alleen een commercialisering van identiteiten meevoert, maar ze óók vermaakt tot karikaturen. Dit vervreemdt mensen van hun diepere innerlijk, doordat ze ook zichzelf tot karikatuur maken.

Symbiose

Het maskeren van persoonlijke tekortkomingen door ze te verbinden aan de woke-ideologie, gaat een perverse symbiose aan met het kapitalisme waar woke zogezegd tegen rebelleert. Want het mediakapitaal bombardeert ons 24/7 met YouTubers die in villa’s wonen omdat zij rijk werden met bijvoorbeeld nagellak opdoen voor een webcam. De onuitgesproken vraag die met dit impulsenbombardement voortdurend meekomt, luidt: “Als zij rijk kan worden met malle filmpjes, waarom woon jij dan niet in een villa? Je hebt toch gestudeerd?”

Hier zien we een perverse symbiose van kapitalistische prestatiedrang en identitaire onzekerheden. Het kapitalisme wekt een existentiële twijfel op het meritocratische vlak, die daarna een tribale uiting krijgt via de woke identiteitspolitiek. Daarin voorziet het kapitalisme ook weer. Enter de Che Guevara shirts, de Palestijnse sjaals, regenboogvlaggen en regenboog polspandjes.

Door zichzelf ‘woke’ te noemen en zich te profileren als een onderneming die strijdt voor sociale rechtvaardigheid en gelijkheid, hopen bedrijven meer klanten te lokken en hun imago te verbeteren. Dit heet ‘woke-washing’. Bedrijven en merken profileren zichzelf graag als woke om uit te venten dat ze zich inzetten voor maatschappelijke kwesties zoals sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Dit varieert van het steunen van bepaalde goede doelen tot het aanbieden van producten die ‘duurzaam’ of ‘ethisch verantwoord’ zouden zijn.

Hopelijk is de keerzijde van deze insteek nu duidelijk. Want het is een paradox dat de woke beweging – die zogenaamd opkwam om te strijden tegen de excessen van het kapitalisme en andere vormen van onderdrukking – gelijktijdig wordt gebruikt als een marketingtrend om winsten te maximaliseren en de consumptie te bevorderen. Het benoemen van de problematische aspecten van deze trend, wijst erop dat woke inderdaad hét hoogtepunt van kapitalisme is, aangezien woke bijdraagt aan de commercialisering van sociale rechtvaardigheid.

Wantrouwen tegenover nobele drijfveren

Dit is mede zo kwalijk omdat het een sceptische sfeer schept die óók de ondernemers treft die vanuit oprechtheid en rentmeesterschap hun sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen. ‘Woke-washing’ maakt moraliteit tot commercieel product. Dit geeft de intrinsiek gemotiveerde moraliteit het laatste zetje naar het sterven van een stille dood.

Deze bespiegelingen voeren ons terug naar iets wat ondergetekende al vaststelde in Avondland en Identiteit (2015). Namelijk dat de postmoderne aandrang om verdedigbare autoriteiten te ‘ontmaskeren’ en te ‘deconstrueren’ – een aandrang die weer samenhangt met het vermarkten van maatschappelijke verantwoordelijkheid – leidt tot het ondermijnen van wat het meest vormend is voor een integere persoonlijkheid: ons streven naar het Goede, het Schone en het Ware. Als deze nobele motieven voortdurend met scepsis worden benaderd, is de antiheld het hoogst haalbare.

Dit laatste verklaart de populariteit van een provocatief heethoofd als Donald Trump. Als je alle klassieke deugden en vorstenspiegels uiteentrekt, omdat het alleen maar praatjes zouden zijn die maatschappelijke ongelijkheid goedpraten en statusverschillen rechtvaardigen, verdwijnt iedere karakterdeugd die de ongebreidelde hebzucht kan temperen. Dan zijn de charismatische fraudeur Jordan Belfort en de psychopathische investeringsbankier Patrick Bateman de hoogst haalbare persoonlijkheden.

De hebzucht van een bedrijf als Mattel is natuurlijk niets nieuws – hebzucht bestond ook in de tijd van Plato, Thomas van Aquino of Spinoza. Zij matigden de hebzucht door soberheid aan te prijzen en te waarschuwen tegen overmoed. Ook Adam Smith – de voornaamste denker van het kapitalisme – benoemde excellentie en ethiek als maatschappelijke voorwaarden. Vandaag is het probleem dat deze klassieke vorming – die ooit het kapitalisme binnen ethische grenzen beteugelde – kapot is gerelativeerd door het postmodernisme: die vorming zou deel zijn van een aristocratische blanke mannengeschiedenis die ons autoritaire normen oplegt.

Nu deze vormende inbedding wegvalt, blijven er enkel kwantiteiten over om de waarde van producten te meten: clicks, shares, sales, likes en votes. Het grenzeloze kapitalisme is zodoende bevorderd door het cultuurmarxistische deconstructiedenken: het neoliberalisme en het cultuurmarxisme versterken elkaar.

Media in de ban van identiteitspolitiek

Het debat raakt geconcentreerd op identitaire kwesties en dit komt de media goed uit: het heeft immers steeds minder zin om te rapporteren over de globale economische ontwikkelingen en bijbehorende instituties zoals de Europese Centrale Bank. Niet alleen zijn die complex en dus saai, maar politici zijn hun invloed daarop kwijtgeraakt. We vergrijzen, betalen ons scheel aan zorg en immigratie, en pompen minder gas op om die uitgaven te compenseren. De tijd dat de politiek een leidende rol had als aanjager van grote investeringen, is passé. Bij de identiteitskwesties is de schijn van invloed echter nog springlevend, omdat die zaken het persoonlijke leven zo dicht raken. Denk bijvoorbeeld aan hoe de bouw van moskeeën het straatbeeld beïnvloedt.

Mensen als George Soros pakken dit slim aan en subsidiëren een gemediatiseerde cultuurindustrie die zich bezighoudt met het opstoken van identiteitsdebatjes. Wie betaalde bijvoorbeeld de campagne van de marginale actiegroep Kick Out Zwarte Piet?

Multinationals & globalisering

Daar komt nog bij dat multinationals graag generieke producten verkopen. Dus los van nationale identiteiten en lokale kleuringen. Eigenlijk inwisselbaar per land: maximale schaalvoordelen en inwisselbare promotiecampagnes. Het uitwissen, negeren en overschrijden van die identitaire inbeddingen is daarmee economisch profitabel.

De globalisering van de economie betekent dat economische verbanden internationaal zijn. Die overstijgen de natiestaat – dit wil zeggen dat de nationale identiteit een obstakel wordt en dat nationale democratische controle tandloos wordt en irrelevant.

Kosmopolieten profiteren hiervan: zij zijn sterk mobiel, spreken hun talen en kunnen goed navigeren binnen een grenzeloze wereld – zij zijn de ‘anywheres’. De ‘somewheres’ zijn nog wél sterk gehecht aan nationaliteit en lokale verbanden: ze zijn honkvast omdat ze van sociale samenhang afhankelijk zijn. In de huidige situatie blijven de kosmopolieten identiteitspolitiek promoten. Het belangenveld rond de overheid en de grootste bedrijven, is vergroeid tot één organisch (politiek) ecosysteem dat perfect aanvoelt of een participant wel of niet ‘de goede kant oproeit’.

De dominantie van woke – het feit dat identitaire kwesties het politiek discours domineren en sociaaleconomische kwesties overvleugelen – komt neer op een machtsverschuiving naar ‘winnaars van de globalisering’. De woke-identitaire thema’s zijn vooral grootstedelijke thema’s: dit betekent dat er minder aandacht is voor de problemen van kiezers in kleine dorpen en landelijke streken, die zich ondergewaardeerd en overschaduwd voelen. Dit zou ook linkse partijen zorgen moeten baren, maar die blijven slapen. Zij worden immers door de linkse mainstream media gehypnotiseerd met het ‘gevaar’ van Wilders, Trump, Farage en Le Pen.

Ondoorbreekbare patstelling

Deze patstelling kan niet van binnenuit worden doorbroken. Iedereen die binnen de mainstream media deze discussie wil openbreken, wordt ideologisch zwartgemaakt door de rest van de linkse sekte en verliest onmiddellijk zijn of haar positie: zie bijvoorbeeld hoe het J.K. Rowling verging. De uitweg ligt in de verelendung: things have to get a lot worse before they can get better. Een harde, steeds rauwere polarisering moet op een zeker moment een nieuw speelveld scheppen. Hoe dit precies zal gebeuren, is nu nog niet te voorzien.

Zo blijft het probleem van de huidige situatie voortduren. Dat probleem is dat elke situatie waarin een minderheid benadeeld wordt – waar er zelfs maar de schijn daarvan bestaat – per definitie als racistisch of discriminerend wordt neergezet. Voortdurend versterkt deze berichtgeving de suggestie dat onze samenleving discriminerender is dan dat deze feitelijk is.

Wie de ‘somewhere’ liefheeft, dus de (meestal blanke) doorsnee-inwoner van Nederland, moet hierdoor steeds het conflict aangaan met de militante woke-activisten en social justice warriors. Ook links zou hierin een probleem moeten herkennen, want hierdoor blijft het debat over cultuurmarxistische issues gaan. Door de fixatie van woke op kolonialisme, seksisme en racisme blijft het debat geconcentreerd op identity politics en niet op neem nu het hervormen van de huizenmarkt of de flexibilisering van arbeid. Ewald Engelen en socialisten ‘van de oude stempel’ zullen dit moeten erkennen.

Moord op de middenklasse

Het neoliberale grootkapitaal en de globalistische multinationals, bundelen hun krachten met cultuurmarxistische academici plus social justice warriors. Zij trekken samen op tegen de middenklasse, die wordt bejegend als cultureel achterblijfsel van het nationalisme, met haar tradities zoals Sinterklaas en Zwarte Piet. De middenklasse vangt tegelijk de economische klappen op van de globalisering, de massamigratie en de automatisering. De vergrijzing en de decentralisering van het zorgstelsel vallen hier nog bovenop.

Pogingen om dit aan te kaarten, monden bij woke uit in verhalen over geprivilegieerde ‘witte’ mensen. Volgens woke-activisten zijn de ‘somewheres’ gewend aan monoculturele gemeenschappen en zijn ze te ‘star’ en te ‘provinciaal’ om zich aan te passen aan de nieuwe multiculturele situatie. Hoe meer zij BBB, PVV of FvD stemmen, hoe meer de grootstedelijke progressieve klasse hen wil straffen.

De mainstream linkse partijen laten zich steeds weer voor het karretje spannen van extreemlinkse woke-activisten. De identiteitspolitiek die dit oplevert, houdt de middenklasse in morele zin gevangen in het defensief, terwijl haar economische belangen tegelijk worden weggespeeld in de globalisering. Alleen de bouw van een nieuwe zuil – dus een netwerk van gewortelde ondernemers, maatschappelijk betrokken burgers en patriottische vrijdenkers die de handen ineenslaan om zichzelf sociaaleconomisch te bedruipen en de globalisering op afstand te houden – kan deze krab met twee scharen weerstand bieden.